|
In januari 2001 zochten we op een avond op het internet
naar informatie over adoptie.
Het eerste wat we lazen was dat de oudste ouder bij aanvraag
van de toestemming tot opneming ter adoptie van een buitenlands
kind (zoals dat zo mooi heet) niet ouder mocht zijn dan
41 jaar. Daarna stond er nog van alles over leeftijden
zoals dat de oudste ouder en het kind niet meer in leeftijd
mogen verschillen dan 40 jaar maar dat vonden we op dat
moment minder belangrijk. Die 41 jaar wel. Eelco werd
namelijk op 16 februari 41 jaar. Of we er nu wel of niet
aan toe waren we moesten die aanvraag indienen. Een jaar
later kon het immers niet meer. (Nou zijn hier wel weer
uitzonderingen op maar daar hebben we ons toen nog maar
niet in verdiept).
We besloten direct het aanvraagformulier in te vullen
en dan maar eens te kijken wat er allemaal nog zou volgen.
We kregen een B.K.A. registratienummer toegekend met
daarbij een brief dat vanwege de vele aanvragen het eerste
jaar een wachtjaar zou zijn. We hadden zelf ondertussen
heel veel informatie opgezocht en ons aangemeld bij diverse
bemiddelingsorganisaties om eens te kijken wat die voor
ons konden doen als we eenmaal de toestemming binnen
hadden.
Kort voor kerst ontvingen wij een brief van de VIA (voorlichting
interlandelijke adoptie) dat ze ons verzoek via het ministerie
hadden ontvangen en dat we er rekening mee konden houden
dat we in 2002 naar de eerste voorlichtingsbijeenkomst
konden gaan. Je bent namelijk verplicht 6 bijeenkomsten
te volgen waarin alles besproken wordt wat met adoptie
samengaat. Door die brief begon het wel te kriebelen.
Het ging dan toch echt gebeuren.
In januari 2002 heeft Eelco de VIA gebeld met de vraag
of er al data bekend was wanneer de cursus gehouden zou
gaan worden. Wij waren nog niet ingepland voor het tweede
kwartaal maar als we wilden konden we in Amsterdam al
in februari meedoen. Nou geweldig want Eelco werkt in
Amsterdam dus die route kenden we al. Hierdoor kregen
we een kwartaal voorsprong in het hele adoptietraject.
Op 11 februari hadden we dan onze eerste bijeenkomst.
Die bestond vooral uit de introductie van VIA en de kennismaking
met de medecursisten. De ochtend werd afgesloten met
een video over de oorspronkelijke ouders van het adoptiekindje.
Hoe geef je die een plaats in het hele verhaal.
De overige 5 bijeenkomsten hadden de volgende onderwerpen:
Achtergrond van het adoptiekind (met beelden uit Colombia).
Ervaringen van een adoptieouder (iemand kwam zijn verhaal
vertellen).
De band tussen ouder en kind, vooral de hechting van
het kind.
Scheiding en rouwproces. Wat heeft het kind al moeten
verwerken.
De eigen situatie van aspirant adoptiefouder.
Opgroeiende adoptiekinderen.
En je eigen wensen en grenzen.
In april sloten we deze bijeenkomsten af en die zou
dan nog gevolgd worden door een aantal gesprekken met
de raad van kinderbescherming.
Ondertussen hadden we heel goede berichten gehoord over
adoptie uit Thailand. Daar we al een aantal keren in
het verre oosten op vakantie waren geweest en we het
land een beetje kenden sprak ons adoptie uit Thailand
op dat moment erg aan. Het nadeel was wel dat de wachtlijst
voor Thailand nog heel lang zou zijn. Maar goed dan hadden
we nog tijd om daar rustig op vakantie te gaan en al
het moois van dat land in ons op te nemen. Zo konden
we dan heel wat informatie verzamelen voor ons toekomstige
kindje. We hebben dan ook in maart twee aanbiedingstickets
geboekt naar Bangkok voor oktober 2002. In het najaar
lekker in de tropen genieten en uitgebreid rondtrekken
door Thailand, dat was het plan.
Dat dit anders zou gaan verlopen wisten we toen nog
niet.
Eind juni 2002 kregen we een uitgebreide vragenlijst
van de raad van kinderbescherming waarbij we ongeveer
onze hele levensloop moesten opschrijven. (Dit lange
verhaal werd gebruikt voor het gezinsrapport dat nog
vertaald moest worden dus dit was extra duur).
In juli kwam toen een aardige dame van de raad bij ons
thuis om hierover te praten. Dit gesprek verliep heel
soepel en het was ook erg gezellig.
Een week later zijn we nog in Zutphen geweest op haar
kantoor om te praten en toen was ons rapport klaar. Eind
augustus kregen wij onze officiële toestemming voor
het adopteren van een buitenlands kindje.
Ons dossier werd doorgestuurd naar een bemiddelingsorganisatie
voor bemiddeling in Thailand.
Deelbemiddeling, een nieuwe term. Hiervoor draag je
zelf een contactpersoon of tehuis aan die dan onderzocht
wordt op betrouwbaarheid en zorgvuldig omgaan met adoptiezaken.
Immers niemand wil betrokken raken bij kinderhandel.
Bij een positief advies keurt het Ministerie van Justitie
het betreffende contact bijna altijd goed, en kan door
de aspirant adoptieouders een adoptieprocedure in dit
land worden gestart. Deze procedure wordt geheel door
de ouders gedaan, met uitzondering van de MVV (Machtiging
Voorlopig Verblijf), dit document wordt door de vergunninghouder
bij het Ministerie van Justitie aangevraagd.
Het voordeel van deelbemiddeling is dat de procedure
veel sneller kan gaan en dat je veel meer betrokken bent
bij het hele proces. Inmiddels was de wachttijd voor
Thailand opgelopen tot meer dan 2 jaar. We besloten op
zoek te gaan naar een eigen contact en onze procedure
bij de bemiddelingsorganisatie om te zetten in deelbemiddeling.
In augustus zijn we in contact gekomen met een kindertehuis
in Phnom Penh en de directrice van dit tehuis wilde graag
meewerken aan onze adoptie.
Begin september hadden wij alle documenten gereed voor
de controle door de Nederlandse bemiddelingsorganisatie.
Tijdens deze periode stond dus ook onze vakantie naar
Thailand gepland. We zijn in oktober naar Bangkok gevlogen
en na een paar dagen in Thailand doorgebracht te hebben
zijn we doorgereisd naar Cambodja. Hier hebben we o.a.
het kindertehuis bezocht. (Zie
reisverslag 1) en hebben
we de aanvullende informatie die de bemiddelingsorganisatie
nog nodig had verzameld.
Op 25 november 2002 kregen we een positief advies van
de Nederlandse bemiddelingsorganisatie en konden we met
deze procedure verder.
In september 2002 hebben
wij een voorstel voor twee kinderen gekregen. Een
jongetje van 2 jaar oud en een meisje van 1 jaar
oud. Broer en zus. Het behoeft natuurlijk geen uitleg
dat we dit voorstel geweldig vonden en ook meteen
geaccepteerd hebben. |
|
|
|
Half december 2002 kregen wij een brief van het Ministerie
van Justitie waarin stond dat er nader onderzoek zou
plaatsvinden over de adoptieprocedure in Cambodja en
dat de adoptie hierdoor tot nader orde werd opgeschort.
Er waren geruchten dat er in Cambodja sprake van corruptie
was en dit moest toch eerst door de Nederlandse ambassade
in Bangkok onderzocht worden.
We hebben toen een advocaat in de arm genomen en hij
vertelde ons dat de reden die het ministerie opgaf voor
opschorting niet rechtsgeldig was. Immers ons contact
was al goedgekeurd en daarmee ook de procedure van het
land. Hierop heeft hij een brief geschreven aan het
Ministerie van Justitie met het verzoek onze adoptieprocedure
te kunnen afmaken. Ook hierop reageerde het ministerie
niet positief en heeft onze advocaat de hele zaak ingediend
bij de rechtbank op grond van het verstrijken van respons
termijnen.
Op 26 maart 2003 diende onze zaak voor de rechtbank
in Zutphen. Ons contact in Cambodja was goedgekeurd
door de vergunninghouder en daarmee dus ook de procedure.
Corruptie was hierin niet aangetoond dus de rechter
zou zich alleen buigen over de Algemene Wet Bestuursrecht
en kijken of het ministerie die juist heeft toegepast,
óf dat het ministerie - volgens die wet - teveel
tijd heeft gebruikt. Op de uitspraak moesten we nog
een week wachten.
Op 29 maart 2003 kregen we een brief van het ministerie
waarin aangegeven werd dat het onderzoek nog maar een
maand zou duren en dat het streven er was om ons voor
1 mei 2003 uitsluitsel te geven.
Op 4 april 2003 kregen we de uitspraak van de rechter.
Die was niet negatief en ook niet positief. De rechter
gaf aan dat de proceduretijden inderdaad overschreden
waren maar omdat het ministerie nu aan kon geven binnen
een maand een onderzoek afgerond te hebben kregen zij
hiervoor nog de tijd. Er werd dus voor een middenweg
gekozen.
Niet op 1 mei maar pas eind mei was het onderzoek, uitgevoerd
door de Nederlandse ambassade in Bangkok, gereed. Het
algemene rapport over adopties in Cambodja was uiterst
negatief. Wij hadden sterke twijfels over dit hele rapport
en dus ook over de negatieve beslissing in onze adoptieprocedure.
Wij zijn dan ook met onze vragen en bevindingen naar
het ministerie gegaan en hebben hier ruim 2,5 uur een
toch wel zeer prettig en informatief gesprek gehad.
Met de input van een Utrechts advocatenkantoor is het
ons gelukt om het ministerie nogmaals naar onze zaak
te laten kijken. Ons werd verzocht de gegevens van de
kinderen aan hen te doen toekomen en toen bleek dat
ook deze gegevens klopten, kon het negatieve besluit
herzien worden.
Op woensdag 9 juli 2003 kregen wij dan eindelijk het
telefoontje waar we al zo lang op zaten te wachten.
Alles was goedgekeurd en we mochten onze adoptie afmaken.
Dit kregen we op 11 juli schriftelijk bevestigd.
De bemiddelingsorganisatie heeft toen ons gezinsrapport
naar de vertaler verstuurd en wij hebben onze documenten
laten legaliseren bij de notaris.
Op 16 juli 2003 zijn alle documenten verzonden naar
Cambodja en is de MVV aangevraagd.
Het wachten was nu alleen nog op de Nederlandse Ambassade
in Bangkok. Die moesten nog een zogenaamde ‘embassy-letter’afgeven.
En hiervoor moest de Ambassade eerst overleg hebben
met het Ministerie van Buitenlandse zaken. Na vele faxen,
mails en telefoontjes met het Ministerie van Justitie,
Ambassade Bangkok en Ministerie Buitenlandse Zaken werd
op 4 augustus 2003 de embassy-letter eindelijk verzonden
naar Cambodja. Alle documenten waren nu compleet en
ons dossier kon ingediend worden bij de betreffende
ministeries in Cambodja.
Op 8 augustus 2003 kregen we vanuit Cambodja al het
verzoek om z.s.m af te reizen naar Cambodja om onze
kinderen voor altijd in de armen te sluiten. Onze belevenissen
van die reis staan vermeld in reisverslag
2.
|